Autofocus

Autofocus methoden

  • Fasedetectie

image1

Standaard methode bij (D)SLR cameras.

Hierbij wordt een deel van het licht van de lens door een hulpspiegel afgebogen naar een tweetal (meestal) lijnvormige CCD-sensors die via een straaldeler zo zijn gemonteerd dat ze zich op precies dezelfde afstand als het beeldvlak bevinden. Één sensor zit vlak voor en de andere vlak achter het beeldvlak. Op de sensor waar het scherptevlak het dichtst bij staat zal het verschil tussen lichte en donkere delen (contrast) het hoogste zijn, als het scherptevlak precies op het beeldvlak ligt is het contrast op beide sensoren gelijk en is de lens scherpgesteld. Het voordeel van deze constructie is dat het autofocussysteem meteen weet in welke richting scherpgesteld moet worden en ook wanneer de maximale scherpte bereikt is.

  •  Contrast detectie

Standaard methode bij compact camera’s, of bij DSLR’s in liveview mode

Het autofocussysteem van de meeste eenvoudige digitale camera’s werkt met een systeem om het verschil in contrast te meten in een of meerdere vlakjes van het beeldveld. Als contrast maximaal is, dan is het beeld scherp. De werking is vergelijkbaar met die van ons eigen oog. Bij

contrastdetectie is het echter niet meteen duidelijk in welke richting scherpgesteld moet worden, de scherpstelling wordt eerst in één richting aangepast en als het contrast niet toe- maar afneemt wordt in de andere richting bewogen. Ook wordt bij het scherpstellen niet meteen duidelijk wanneer de maximale scherpte bereikt is, hierdoor schiet het systeem een stukje door en moet daarna weer een eindje terug. Door dit “pendelen” is deze methode wat langzamer dan fasedetectie.

AF sensoren

Iedere DSLR bevat 1 of meerdere AF sensoren. Je ziet ze in je focus screen. Er bestaan horizontale, verticale en kruissensoren. Sensoren kunnen ook onderling een andere lichtgevoeligheid hebben. De middelste is altijd de meest gevoelige en veelal een kruissensor. Algemeen geldt, dat hoe meer licht de sensoren zien, hoe beter ze werken. Een lens met een maximale opening van f/1.8 stelt dus sneller en beter scherp den een lens met een maximale opening van f/5.6. Voorbeelden van AF sensor plaatsen, gezien door de zoeker:

Eenvoudig, 3 sensoren:

image2

Gemiddeld, 9 sensoren:

image3

 

 

 

 

 

Uitgebreid, 39 sensoren:

image4

AF modes

  • Single
    • Canon: One Shot
    • Nikon: AF-S

Voor statische onderwerpen.
Stelt eenmaal op onderwerp scherp en ontgrendelt de ontspanner.

  • Continue
    • Canon: AI Servo
    • Nikon: AF-C

Voor bewegende onderwerpen.
Stelt continu scherp op het onderwerp. Afhankelijk van de instellingen is de ontspan vergrendeling er altijd af, of enkel als de sensor op scherp staat.

  • Automatisch
    • Canon: AI Focus
    • Nikon: AF-A

Combinatie van Single en Continue: De camera beslist aan de hand van het ‘onderwerp’ de modus.

AF veldstanden

  • 1 punts AF

Handmatig kan 1 punt geselecteerd worden als actief AF-punt.
Dit is de meest gebruikte instelling, waar bij de fotograaf beslist waar het scherpstelpunt ligt.

  • Meerpunts zone AF

Handmatig kan een zone met meer AF punten geselecteerd worden als actief AF-zone.
Deze functie wordt gebruikt als het lastig is om een onderwerp met 1 punt te selecteren, bijvoorbeeld bij vliegende vogels.

  • Auto

De camera gebruikt zelf alle beschikbare AF punten om ‘ergens’ scherp te stellen.
Deze stand is eigenlijk enkel geschikt voor extreme focusomstandigheden. Dit is helaas vaak de default ingestelde stand.

  • 3D

Zoals auto maar dan met onderwerp-kleurdetectie.

 

Procedure sensorstof bekijken

  1. Plaats een objectief op de camera en selecteer een brandpuntsafstand in de range 35‐100 mm (geen groothoek).
  2. Zet de ISO op 100
  3. Selecteer op manual mode M, Sluitertijd S= 2 sec (2″), Diafragma A = f/22 (maximaal dicht).
  4. Zet de autofocus van het objectief op manual.
  5. Richt een matig belicht vlak met een lichte of witte kleur. Meestal voldoet een wand.
  6. Zorg er voor dat je handmatig onscherp stelt op het vlak.
  7. Druk op de ontspanner. Beweeg nu 2 seconden in rustig continue een paar centimeter op een neer tot de belichting klaar is.

De resultaat foto is nu afhankelijk van de hoeveelheid licht, een middentoon. Als er overbelicht is, kun je S verlagen naar 1 sec of de wand minder belichten.

Dit is het resultaat bij een beetje vieze sensor:

image1

Deze foto is genomen van een egaal blauwe achtergrond, en is daarom niet grijzig.
Je ziet de stipjes al een beetje zitten, zeker als je inzoomt tot 100%.

Je kunt ze zuidelijker zichtbaar maken door het bestand even een Photoshop te bewerken:

(Als je geen photoshop hebt, gebruik dan een ander programma waarmee je het b.v. constrast sterk
kunt vergroten.)

Photoshop: Kies Afbeelding > Aanpassingen > Niveaus:

image2

Klik op Automatisch en vervolgens op OK:

image3

Niet schrikken, nu zie je de stofjes duidelijk zitten:

image4

Fotograferen met lage temperaturen

De meeste camera’s zijn prima geschikt om bij zeer lage temperaturen te werken. Er zijn wel een paar dingen om mee rekening te houden:

  1. Accu’s zijn sneller leeg. Neem een reserve accu mee en bewaar deze, warm, tegen je lichaam aan.
  2. Als je naar binnen gaat, laat je camera(tas) dan eerst rustig op temperatuur komen in de bijkeuken, voordat je hem meteen aan kamertemperatuur blootstelt. Anders kan dit tot condens in de elektronica etc. lijden.

sneeuw598_0

Wil je graag in de winter buiten je camera kunnen bedienen zonder dat je vingers volledig bevriezen? De oplossing hiervoor heet “wantschoenen“. Dit zijn een soort wanten waarvan je het vingergedeelte tijdelijk naar achter kunt klappen. Je hebt ze in elke prijscategorie. Als je geboft hebt, heb je zelfs een oranje paar van Unox gekregen tijdens een actie.

Bewaar verpakkingen

Als je foto apparatuur koopt, bewaar dan altijd alle verpakkingen, certificaten, facturen, handleidingen en accessoires. Tweede-hands verkoop van bijv. je dure objectief zal beter lukken en meer opleveren i.c.m. de originele verpakking. Hier hebben fotografen een zwak voor…

1 4 5 6 7 8